Voor het maken van deze website en voor de theorie onder het indicatorenschema worden harde en zachte doelen onderscheiden.
Harde doelen zijn doelen die we kunnen tellen of meten. Zachte doelen daarentegen zijn doelen die we niet zondermeer kunnen meten, daar moet eerst een meetinstrument voor bedacht worden. Vaak gaat het dan om doelen die een ideaal aangeven waar men zich op kan richten. Dit zijn de ‘ER-doelen’, zoals betER Nederlands leren spreken, beweeglijkER worden, meER integratie; hogERe kwaliteit van leven, mindER discriminatie et cetera.
Harde doelen | Zachte doelen |
---|---|
Tellen | Vertellen |
Cijfers | Verhalen |
Rekenen | Beschouwen |
Rechtstreeks vertalen in een indicator | Een of meerdere indicatoren voor verzinnen |
Voorbeeld: - Aantal deelnemers - Kosten - Uitval | Voorbeeld: - Verhogen flexibiliteit - Verbeteren cliënttevredenheid - Vergroten van zelfstandigheid |
Vaak lijken doelen, doordat niet alle doelen meteen SMART te formuleren zijn, niet hard te maken. Toch, als de doelen besproken worden en als duidelijk wordt, wat onder een bepaald doel verstaan wordt, dan zijn de eerste stappen naar concretisering gezet. Daarmee worden zachte doelen geen harde doelen, maar we kunnen ze ontrafelen in kleine stukjes, we kunnen ze verduidelijken in termen en indicatoren, waardoor ze beter te meten zijn.